Jan Mayen – 29, 30 en 31 mei 2015

29 en 30 mei 2015 – richting Jan Mayen

2 volle dagen op zee. Ook al lijkt er dan weinig te doen, behalve ontbijten, lunchen, dineren en tussendoor koffie en thee drinken, toch moet natuurlijk wel de zee afgespeurd worden op zoek naar bijzondere vogels en zeezoogdieren. Maar gelukkig worden we daarin goed beloond met Bruinvissen, Dwergvinvis, Witflankdolfijnen, Kleinste Jagers en duizenden Noordse Stormvogels, die even met ons meevliegen. Het mooiste moment was toch wel die van de Orka’s die redelijk dichtbij de boot kwamen. In het groepje van 5 stuks werden in ieder geval een mannetje en vrouwtje met kalf herkend. FANTASTISCH!!

’s Avonds bij de recap worden interessante feiten verteld en wordt de tellijst doorgenomen. En dan is het voor die dag weer tijd om ons bedje in te kruipen. Het wordt nu in ieder geval nog donker ’s nachts….

De volgende dag ’s ochtends volgen we de lezing van een van de medepassagiers, Reinout v/d Berg, die meteoroloog is. Onderwerp is het weer / de wolken. Erg interessant en we horen dat we onderweg al een best bijzonder fenomeen hebben gezien: de rolwolk.

In de middag hebben we een feestje. We gaan de Noordpoolcirkel over. We helpen de boot een beetje door met z’n allen een sprongetje te maken om over deze hobbel te komen…. Daarna heffen we het glas met Aquavit (gatver). Vanaf nu zal het ook niet meer donker worden ’s nachts. Om dat te controleren blijven we, samen met Ronny, Albert en Pim op om te zien dat de zon net boven de horizon blijft bij het ondergaan en daarna weer omhoog gaat… Een gekke gewaarwording. Tijd om te gaan slapen, het is alweer ruim na 1 uur.

 

31 mei 2015 – Jan Mayen

Het was een korte nacht, want de tijd werd weer terug gezet naar Nederlandse tijd, dus een uur korter…

Na het ontbijt volgt de briefing over de landing op Jan Mayen. Hoe laat het zal worden is nog niet bekend, zo ook of het überhaupt doorgaat.

Het is koud aan dek, zeer koud. De wind is toegenomen tot windkracht 7 en de gevoelstemperatuur gaat naar ruim -5° Celsius. De Noordse Stormvogels vinden het heerlijk, ze heten niet voor niets zo. We zien echter ook Kleine Alken en Dikbekzeekoeten die toch wat meer moeite lijken te hebben met de wind.

In de middag zien we Jan Mayen in de mist opdoemen. Vanwege het weer is het erg onzeker of de landing doorgaat. Maar ineens gaat de wind liggen, de lucht klaart op, de zon breekt door en de berg Beerenberg is prachtig te bewonderen. Dit is de meest noordelijke actieve vulkaan. En kennelijk is het een unicum om ‘m zo te bekijken, schijnt maar 5 dagen per jaar voor te komen. De rest van de dagen is ie in de mist gehuld (of dat waar is betwijfel ik, maar goed).

De landing gaat goed en aan wal ga ik meteen op zoek naar een geocache. Ik moet van het pad af en ben onzeker of het is toegestaan. Maar Bill loopt samen met mij naar 2 locals en zegt tegen hen “she is going to find the geocache” terwijl hij me van het pad afduwt richting de cache. Na even zoeken vind ik dan het plastic bakje. Jippie! Kunnen maar weinig geocachers zeggen dat ze een cache op Jan Mayen hebben gedaan.

We lopen richting het hoofdgebouw waar we welkom geheten worden door de arts. Commandant Johansen stempelt iets later onze paspoorten: het bewijs dat we op Jan Mayen zijn geweest. In het winkeltje kopen we nog wat souvenirs en gaan dan buiten weer genieten van het prachtige landschap. Het uitzicht op de Beerenberg, het lavasteenlandschap, de immens hoge kliffen waar de Noordse Stormvogels en Kleine Alken broeden.

Samen met Albert (een van de expeditieleden) ga ik op zoek naar het kleinste boompje op aarde: de poolwilg. Helaas vinden we alleen de dode blaadjes van vorig jaar en geen nieuw, vers “bos”. Dit boompje wordt maar 2-9 cm hoog en ieder boompje heeft meestal maar 2 blaadjes. Op het strand zien we nog een Goudplevier.

Op de terugweg in de zodiac extra genieten van die prachtige Beerenberg. Wat een geluksvogels zijn we toch dat we ‘m zo mooi kunnen zien.

We varen met de Ortelius om het eiland naar de andere kant. Wellicht is het toch mogelijk om daar ook te landen. De landing zal zo tegen half 12 ’s avonds plaatsvinden. Het blijft raar die 24 uur licht per dag. Je tijdsbesef is echt af en toe compleet weg. Het enige dat zorgt voor een normaal ritme zijn de maaltijden.

Genietend (wederom) van de prachtige kliffen met wel duizenden Noordse Stormvogels die rondvliegen en in het water zitten, sluiten we aan in de rij voor de zodiac. Maar de zee wordt ruwer. De eerste zodiac probeert uit te varen, maar het wordt te gevaarlijk en er wordt besloten om alles af te gelasten. De landing op het strand zou wel lukken, maar de boot ligt inmiddels toch behoorlijk te beuken op de golven en de terugkeer zou dan ook te gevaarlijk zijn, zo niet onmogelijk om weer aan boord te komen. Zelfs de expeditiestaf die de zodiacs terug varen en zelf aan boord moeten klimmen, hebben het al lastig. Een heel wijs besluit dus, al blijft het jammer dat deze landing niet doorgaat.

We drinken nog een glaasje in de bar voor het slapen gaan en de boot kan zijn tocht gaan inzetten richting het pakijs. Op naar het volgende avontuur.

lees verder